U bent hier

Storing

Met mijn kwast zet ik een stip
vlak naast de volle onderlip.
Een vlieg die op een mouche lijkt
stijgt op van ’t oog naar later blijkt
heeft hij zijn neus in het zwart geduwd.

Een witte put die opduikt uit het zwarte gat
alsof hij schoorsteenveger speelt.
Het beneusde oog kijkt mij scheel aan.
Ik wit het licht in het andere oog,
twijfel aan de spanningsboog

Gelaten zie ik bij ’t raam een smet.
Het is alsof hij aan mijn blikken trekt.
Dat monster neust door heel de kamer.
Overal vlekken op ’t behang.
’t Wordt tijd dat ik hem vang.

Ik doop mijn kwast in ’t witste wit en mik.
De vlieg zit stillig en wittig rilt hij
zijn vleugels los maar al zijn poten
en ook zijn neus zitten onwrikbaar vast
aan de deuren van de keukenkast.

© Suzan Lamot, 2023