Ik wil om de maan heen cirkelen totdat ik sterren zie,
van de zon abseilen tot ik land in poëzie,
met de vloed meestromen tot mijn wroeging niets meer weegt,
onder water zweven als een haft die nog tijd heeft,
door savannes trekken in een karavaan van hoop,
langs een ijskap schuren totdat heel mijn lijf verdooft. God,
het ligt al duizenden verwrongen dagen in een bed;
ik ben te jong voor dit stilleven en te oud voor toekomstpret.
© Lisanne Jacobs, 2024