in het huis
met het bord er nog boven
te koop en verkocht
staat een man met lucifers
de vrouw staat achter zijn rug
ze kijkt met grote ogen over zijn schouder mee
over de euforie in haar buik ligt nog een naar laagje
de ambiance in hun nieuwe ruimte voelt nog niet goed
in de lucht gaat iets branden
er sneeuwt roet
roet met rampspoed van vorige bewoners
uit de rook ontpoppen suikerspinnen
het roet verandert in glitter
dat met de inval van het zonlicht op de muren schittert
omringd met spekjeskleuren
waardoor alles beter lijkt
grijpt de vrouw uit de feestlucht
naar een stok roze en wit zoet
ze laat het dons slijten tegen haar gehemelte
de man kijkt voldaan toe
met zijn handen in zijn zij
hij voelt zich als een man achter de barbecue
de vrouw met zoveel sjeu te hebben gevoed
de rook ebt weg
de suikerspinnen zijn op
nu de aura van het huis schoon is
kunnen ze hun eigen sprookjesboek gaan schrijven