ik begraaf een zucht in het wit
tussen onze halzen,
zet een trema op de stilte
om te horen hoe wij klinken
een ontbloot woord streelt
de onbeschreven zijde van mijn huid
zorgvuldig stop ik het achter de vouw
in mijn oor bij de aanhef van je lach
tussen onze regels scherp ik mijn punten
tot ze op zichzelf zijn gesteld
jij plaatst het weifelen tussen haakjes
gomt de spaties tussen onze zijden
en maakt van ons een koppelwoord