U bent hier

Nergens los

Lopend tussen alle kleuren van de wereld verwatert alles tot de kleur van jouw ogen.
Met een beweging van mijn hand en hart dwing ik mijn visie tot alle kleuren die ik hoor te zien.
Het kaleidoscopische water brengt me in verleiding om opnieuw te zinken in de diepte van die kleur, maar het onstuimige karakter leidt me af.
Het springt, valt stil, kolkt van onder en komt dan tot rust bij de oevers.
Alsof het water menselijkheid uitbeeld, zo impulsief en puur.
Alsof ik jou zie, jou echt zie. De sprong, het vallen, tot je tegenstribbelend meegetrokken wordt naar de benauwende bodem, in de kolk, snakkend naar adem.
Ik wordt meegezogen in jouw vacuüm. De druppels zijn te reëel en te dicht om me heen en ik ruk mijn hele wezen af van het verschijnsel waar zovelen zich in op laten gaan.

Mijn ogen dwalen oppervlakkig verder.
Ze vinden rust in het losraken van de ondoorbreekbare vloed aan gedachten.
Alle zintuigen staan op scherp, ik wil alles ruiken, horen, voelen zonder gevoel dat verder gaat dan de zintuiglijke sensatie.
In een noodkreet beweegt mijn hand zich omhoog. Te laat besef ik deze onderschatting van mijn menselijkheid.
Voor mijn arm zich terug kan bewegen streelt een tergend eenzame windvlaag mijn huid. Het breekt me precies zo als die herinneringen.
Degene van unieke en eenmalige bewegingen van het perfect samen zijn. Zo kort dat het verlangen naar dat moment je hart doet razen elke keer dat je gedachten zich die richting op spinnen.
Het ervaren van de natuurfenomenen put me uit.

Als ik me laat zakken op de grond, blijven alle verbindingen met die onontwijkbare passie even sterk als wanneer ik ronddwaal, mijn handen opsteek of wegren om los te komen.
Mijn omgeving is alles wat jij bent door wat er gebeurt in mijn eigen wezen. Ze is in vrijheid gebonden.

© Roosmarijn van der Vaart, 2022