tijdens nachtvluchten
opgekeken
hemels houvast, ik zocht Polaris
bleef staren star
toen Grote Beer en Kleine Beer
nader kwamen
tot elkaar
ze kropen, raakten
poten maakten
sterrenstof, vingers
verstrengeld in haren
in toppen
tenslotte rustend
op maat
op adem
lang zag ik verblind
steelpannetjes gestapeld
twinkels gelinkt
sterren niet slapen
ongeëvenaard hun stralen
gedimd naar zacht bedaard
een donkere nacht van de ziel
bespaard
maar dit vliegen maakt me vrij