U bent hier

Meeuwen

op de scheiding van strand en zee
trekken de meeuwen wisselend partij
laag wiekend over licht schuim dat
terugloopt in glasgroene holen
onder scherpe kelen.

een witte wolk krijt schuld
hoog in een schroef opgezweept
tot ze door wind gebroken in witte vlokken
worden weggesmeten ver over de hemel
met het verwijtend oordeel.

de zee graaft golven op
om ze dol gekolkt op het strand
uit te laten stromen
over lange lijnen zoute merktekens
die in de doorgaande wisseling delen
over de matte glans van de strakke spiegel
op het zand waarin wolken onbeweeglijk bidden.

meeuwen snijden de dag aan in dwarse vluchten
waarmee ze de hele dag beheren
met schel lawaai over opgekropte golven scheren
aanval is de beste verdediging weten de witte scharen
ze kunnen onder de hemel tijd ongehinderd benaderen
die naar willekeur versnijden scheldend met hoge uithalen.

© <auteur geanonimiseerd>, 2024