U bent hier

Lofzang voor een danseres

Je knieën zijn appetijtelijk
Niets dempt de schok zo majesteitelijk
Dit is wat Serge feitelijk zei
Op een zomermiddag aan het IJ
Zo ongewoon, zo schitterend schoon
Ik ben de prins, jij draagt de kroon

Je meniscus ruikt naar hibiscus
Je bent mijn numerus fixus
Hij boog voorzichtig naar haar toe
Hoop niet dat ik mijn tijd verdoe
Kraak mijn benen, kruis mijn banden
Je kapsel laat mij watertanden

Ik wil je niet belagen
Maar toch wil ik nog iets vragen
Mag ik misschien heel clandestien
Een dansje met je wagen?

© Iris den Hartog, 2018