U bent hier

Literatuur

In een hoek van mijn kamer staat een mand.
Een mand gemaakt van riet.
Soms til ik het deksel op en kijk erin.
De mand is tot de nok gevuld en ik bespeur geen bodem.
Soms verdwijnt mijn hand, mijn zoekende hand,
diep in de mand op zoek naar de bodem,
maar ik vind hem niet.
Soms vindt mijn hand, mijn zoekende hand,
iets kostbaars,
iets onaantastbaars.
Ik noem het geluk,
ik noem het vrede,
ik ben onnoemelijk tevreden.
Van mijn schouders valt een druk,
de druk van het dagelijks bestaan.
Ik kan mij laten gaan,
mijn ogen sluiten,
de buitenwereld buiten sluiten.
Wat vind ik in dit zalig uur?
Literatuur,

© Marijcke Cauwe, 2020