Als de ochtend echt zo prachtig is
als de dichters het beloven,
waarom blijft het dan zo leeg
in mij,
als ik koffie zet, mijn haren kam,
een blik werp in de spiegel
waar de eerste rimpels mij
komen begroeten?
Heb ik er alles uitgehaald?
Heb ik niet veel te lang gewacht?
Het lijkt ineens zo lang geleden
dat ik zestien was.
Lag toen de wereld aan mijn voeten?
Kon ik doen wat ik wou?
En was ik al lang geen meisje meer,
maar een volwassen vrouw?
Sleep me mee,
Raak me aan,
Omarm me,
Het moet toch ergens over gaan?
Breek het hemeldak maar open,
gooi de ramen stuk,
maar laat me hier niet staan.
Laat het ergens over gaan.