U bent hier

Kleurloos omcirkel ik de schaduw

hoe de kilte van mijn eigen aanraking mij omhult
hoe ik mijzelf in lagen wikkel
en verblijf in de afdruk van wie ik ben

hoe mijn lichaam zich regenereert in foetushouding
mijn vrouwelijkheid verscholen in hongerweefsel
ademkanalen die zich langzaam inkerven
als fluistering onder de huid
ik luidkeels zwijg

mijn hals rust op de zachte kracht van mijn trapezius
mijn gezicht leunt in de herinneringen van mijn vingers
mijn denken dat onophoudelijk verspringt van toen
naar nu
naar morgen
naar overmorgen
naar hoe mijn handen klam
hoe mijn geest in dwam resumeert
hoe het tekeer gaat binnenin
naar mijn kaak die zich vastklemt
in de randen van mijn bestaan

naar de beharing rondom mijn wervelkolom
die de jaren tellen van vermomming
van willen verdwijnen

ik rijg tijdlijnen aan feiten en vermoedens
bekritiseer mijn gevoelens en fantasieën
verstil mijn melodieën
en verstom de rumoeren

kleurloos omcirkel ik de schaduw
van mijn gedachten
hoe ik wacht op verlichting
mezelf verdrink in half lege glazen
dwaas en beschonken drijf ik tussen dubbele tongen
die onhoorbare discussies voeren
met de stemmen in mijn brein

ik voel niet hoe het pijn doet
hoe mijn voeten versleten van het vluchten
hoe mijn zuchten
hoe mijn diafragma zich verstopt in mijn lijf
hoe er twijfels razen door durf en welwillendheid

hoe er in mijn wezen een strijd woekert
hoe ik zoek
hoe ik vrees verloren te blijven
in wat nooit gevonden
misschien

ik conformeer me in mijn korte termijn
laat enkel schimmen van mezelf achter
in de hoeken van mijn bestaan

ik wikkel mezelf in lagen
en verblijf in de afdruk van wie ik ben

kleurloos omcirkel ik de schaduw van mijn gedachten
en ik wacht
en ik wacht
tot de zon meer
en ik weer lach

© <auteur geanonimiseerd>, 2024