Je bent wankel
Maar je wankelt
Valt bijna om
Je bent doorschijnend zo
zwak dat het licht je gezicht beschijnt
en mij erachter verlicht naar de hemel
Oh lieve
Vroeger deel van me nu een vormloze vreemde ziel
Ik zie je pas nu onder echt licht, zie je pas nu voor wat en wie
Ik kijk je voor het eerst aan — van voren en
recht in de ogen,
ogen die van me houden maar
niet meer voor me kijken,
ogen waar ik van hou maar
me niet achter schuilhoud,
ogen die steeds doffer worden.
Je bent wankel
Nog even en ik heb je neer laten storten
in elkaar verkruimeld als opgedroogde bijenwas
Je bent groen
Ik niet, meer blauw misschien
Het is niet dat ik je afstoot, ik zie je alleen graag verzwakken,
Met liefde dek ik je toe, sluit je ogen
Ik zou me vergelijken met een zieke was ik zelf niet ziek geweest
Van binnen kerngezond van buiten wankel
Je bent zo mooi mijn schone
je ziet blauw je bent alsof de zon je zo kan smelten
En mooi dat je bent
In volle glorie zonder kleed ben je prachtig
En vol oneindige mogelijkheden sta ik hier zonder en verlost van.