U bent hier

Inferieure taal

Laten we koffie drinken tot de zon opkomt. Ja, ik weet het.
Ik weet hoe dat klinkt. Maar luister naar me, ik meen het.

Ik ben te veel gewend geraakt aan dingen te zeggen die ik niet meen, maar dit moment,
komt alles samen wat ik wens.

Ik wil niet meer zeggen wat ik niet voel, als wanneer ik word bespeeld door de alcohol, de roes die mijn hemel torpedeert met valse beloftes en sneeuw in de regen.

Ik wil zwemmen in de diepte van de nacht, met jouw ogen als kompas,
flikkeringen van hoog vuur, vallende sterren in de ether.

Ik wil je alles vertellen, alles, niet een beetje, niet wat ik net niet bedoel
of wat ik overdrijf in de angst om door je te worden vergeten.

Ik wil je beschermen voor het beeld dat ik heb gedragen, al die jaren,
op zoek naar iets wat mij maar niet leek te kunnen vinden.

Ik wil niet al zeggen dat ik van je hou, omdat ik dat niet doe, zo werkt het niet.
Het werkt alleen van verliefdheid naar houden van,
enkel als ik dronken ben interpreteer ik het siervuurwerk in mijn buik vanaf de andere kant.

Maar nu, nu je naar me kijkt met die blik die me in tweeën splijt, als mijn beide hersenhelften die je ieder op hun eigen manier liefhebben, wil ik dat je mijn ware hart ziet.

Daarom de koffie, ik ratel als ik het drink, veel meer dan dat ik emotioneel word van bier,
die vloeibare boterham, die me vult, maar niet voedt, als mijn woorden onder invloed

wel zinnen maken, maar geen zin hebben.

Ik wil de sterkste espresso drinken, dat mijn gedachten achterover van de trap af kukelen in je armen. Ik wil dit moment alles aan je geven dat zich nu nog door mijn buik een weg baant
richting dat ene gebied waar het zich zal transformeren tot inferieure taal.

Ik besef nu al dat ik je nooit precies zal kunnen vertellen wat ik voel, maar ik wil je vragen om me een leven lang te laten proberen uit te leggen wat ik bedoel.

Laten we koffie drinken tot de zon opkomt. Heb ik al gezegd dat ik van je hou?
Geen zorgen.
Dat komt nog. Beloofd.
Morgen.

© Mikel van Benthem, 2022