U bent hier

In mijn hoofd

Ik zit opgesloten
Opgesloten in mijn hoofd
In een cel waar niemand bijkan
Alleen ik
Alleen ik en mijn gedachten
Ik en mijn totgedachten
De gedachten die me steeds influisteren
dat ik niets waard ben
Dat ik niets kan
Dat ik dit leven niet verdien

Af en toe
Komt er weleens een goede gedachte op bezoek
Die zegt dat alles goed komt
Dat ik me geen zorgen hoef te maken
Dat ik ben wie ik ben
Maar lang blijft hij niet
Hij wordt meteen verdrongen
door de slechte gedachten
Door de rook in mijn hoofd
Die me langzaamaan laat stikken

Die cel in mijn hoofd
Heeft grijze muren
Een laag plafond
En een koude vuile vloer
Er is ook een raam
Een raam waardoor ik de wereld van de rest kan zien
De wereld vol regenbogen, vogels en bloemen
De wereld van de mensen die niet gevangen zitten

Ik zie hoe ze lachen
Hoe ze grapjes maken
Hoe ze elkaar complimentjes geven
Ik wil het raam openenen
Ik wil uit het raam klimmen en naar ze toe rennen
Ik wil ze knuffelen en alles aan hen vertellen
Over die cel
Over die verstikkende rook
Over hoe snel de goede gedachten weer weg zijn
Maar ik durf het niet
Ik durf mezelf niet te laten zien
Ik durf niet te zijn wie ik ben
Bang om niet aanvaard te worden
Bang om niet begrepen te worden
Bang om te botsen
Te botsen tegen de muur
De muur van haat

© Ik, 2019