Het lichaam en de woorden hebben een lange geschiedenis.
Wat zou geschieden, hadden we er de woorden niet voor gevonden?
De woorden werden snel lichaams beste vriend.
Niets nam het lichaam nog liever in de mond.
Wat een verrukkelijke oneindigheid aan manipulaties en gevoelens,
schenkt dat worden van de woorden in de wortels onder onze huid!
Het lichaam luistert naar de woorden. Het spreekt ze uit, schrijft ze op en denkt eraan.
Het lichaam komt ze tegen binnenin, als flitsen waaraan gevoelens hangen.
Hun letters staan, bundelen en verstrengelen. Ze omsingelen en verleiden.
Hun letters raken onze gevoelige onderwerpen aan.
De woorden lijken gegrond en gegrepen, door het lichaam waarnaar ze verwijzen.
Het lichaam lijkt grondend en grijpend, voor de woorden die ernaar verwijzen.
Wat een onevenwicht in vergrijping en verwijzing!
Wat grijp ik en wie grondt mij?
Het lichaam probeert zichzelf tussen de woorden te ontdekken.
Het laat zich verwoorden en de woorden laten zich belichamen.
De woorden lijken zelfs het onderhuidse te bedekken.
Maar bepaalde woorden uit te spreken, doet het lichaam blozen en schamen!
Het liegt! Het vertelt verhalen!
Het lichaam gebruikt de woorden voor het vullen van zijn gaten.
Het hoopt zijn gevoelens te laten uitbreken,
het vullen van de gaten te vergeten en de woorden van zelf te laten spreken.
Ach, al die duwende pogingen tot positionering,
al die gretige handhavingen van woord en waarheid!
Allemaal omwille van ijskoude holle gaten en open grotten,
allemaal omwille van een gevoel van onzekerheid en onwetendheid?
Mens word je, lichaam van vlees en bloed,
door te spreken alsof je weet, wat niet mag, wat wel moet en wat je in het leven doet!