U bent hier

Herfstwandeling

Waar een pad, geel gegrond,
Zich verbreedt, vernauwt en mij onthaast
Het zicht verruimt en zich ontvouwt
Waar rode wijzers mij de weg wijzen
Zie ik koper en roest de ruimte kleuren
Waar wachters die hun toppen wiegen
En licht dat zilverblad op lage struiken dekt.
Waar puisten met magische namen
Als duivelseieren, zwavelkopjes en boleten
Ontspruiten uit de beschimmelde korst die
Een verborgen wereld overtrekt
Waar een duister onderaards netwerk
Zich gedraagt volgens ongeschreven regels
En achter mijn rug sluit met gefluister
Waar geuren heersen met rotting
Waar het vocht in je huid kruipt en verkilt
Daar omarmt het bos me
En resoneert mijn gevoel,
Dat veilig verstilt tot
Aan de rand van het bos
Waar de grens is verlegen
Om wat erachter is gelegen
Groen doortrokken met prikkeldraad
Waar blokken huizen staan en
De hemel grijs is met wollige vlokken
Dan scheiden onze wegen.

© Jeroen van der Doef, 2022