op het gehemelte van hun geheugen
kleeft de smaak van gortepap
de stroop waarin ooit de smaak van lente
zat en nu slechts citruszeste
gekonfijte schillen en onverteerd berusten
woorden stollen op stiltes
dik en zoutloos en rijkelijk teveel
als bechamelsaus in een schoolkantine
warme melk en pruttelend wachten
een vershoudfolie over uitgedroogd fruit