U bent hier

Goede bedoelingen als violen in het veld

Ik kijk om me heen.
We zijn allemaal groen,
Maar ik voel me anders.
Er bloeit iets in mij.

Ik ben al groter,
Groter dan de rest.
Dikker ook,
Met een dikke bolle kop.

Daar komt de mensenmaaier,
Die maait het gazon straks strak.
Dan ben ik mooi gezien.
Heeft men mijn schoonheid niet verdiend.

Oh als ik toch eens groot zou zijn,
Stralend in het groen,
Met mijn gele blaadjes wijd,
En mijn zaad dat zich verspreidt.

Dan zou men mij bewonderen,
En knippen voor een vaasje.
Samen met z’n zessen,
Staan we een weekje in een glaasje.

© Gerrit Buijs, 2020