Gakkend doorklieven
onder scheuren van onpeilbaar avondrood
de ganzen de wijdse lucht
boven het Ooijse Waterland
Het geluid van de winter
komt kwekkend op gang
uit de poelen van de groenlanden
tot de ijle nacht
hen vangt
Staand op de dijk
reik ik me lang
tot ik bijna
hun warme buiken
raken kan
Er raakt een diep verlangen
naar ver
en galmt na
als ik alleen
naar huis terug ga.