U bent hier

Die mooie zomer

Kogelvrije vest aan de haak en helm in de kast
Ook de muggenspray heb ik voor de laatste keer vast
80 muggenbeten bijna genezen
Eindelijk weer ongestoord een boek lezen
Winter - zomer
Wat een contrast

Het is heus niet dat ik niet probeer
Te genieten van het mooie weer
Maar net als ik verwend word door een vogelkoor
Vliegt een brutale hommel in mijn oor
Gezwind gaat ze er vandoor met de sfeer

Ik herpak me en kom stilaan tot rust
Mijn angstvuur even uitgeblust
Voor me wacht mijn lievelingsgerecht
Gegarneerd met een vlieg die mijn spaghetti vlecht
Wat verlang ik naar een veilige kust

Ik bestel een gin tonic om te kalmeren
Op de rand van mijn glas staat trots te poseren
Een wesp, ze stevent af op mijn mond
Ik gooi van 't verschieten mijn gin tonic op de grond
Ach ja, ik kon het maar proberen

Thuis gooi ik snel de deur achter mij dicht
Verschijnt opeens voor mijn gezicht
Een zwart lijf met acht poten
Zelden zo verschoten
Die zit mee in het complot allicht

Tussen pollepels en spatels zie ik een fluostift staan
Mijn hart stokt
Het blijkt een sprinkhaan
Wat een exemplaar
Overeind schiet mijn nekhaar
Die lijkt verdacht veel op een varaan

Eindelijk winter
Een tijdje bekomen
Ik droom enkel nog witte dromen
Geen rondvliegend wild op straat
Of achtpotige monsters bij de vaat
En voorlopig vallen geen kevers uit bomen

De felle zon die mijn tere huid niet verbrandt
Ook geen kuddes van mensen op het strand
Een hele kust voor mij alleen
Heerlijk rustig en sereen
Nestel ik me verheugd op mijn tapijtje van zand

© Patricia Meulemans, 2021