Laat je meevoeren door de wind, meewaaien over daken en struiken
En bossen, over de hei een bloemenzeeën.
Daar waar niemand is, alleen kleine insecten die kruipen langs stenen richels.
Een zucht, een harde vlaag of een licht briesje. Stormend, windkracht negen of een kracht van windkracht drie?
Schuimende koppen, wuivende boomtoppen, krakende rieten daken, buigende rietstengels, draaiende haren, overal en ieder waait mee met de wind die waait.
Waai je mee? Over land en zee?
Waai je mee met elke wind die waait? Of verstop jij je in een schaduwplek in de luwte?
Loop je liever met de wind mee of liever tegen de wind in?
Wat wil je van de wind? Wind je niet zo op, met de dansende haren op je kop.
Sta op dans mee, verstop je niet, hoezee, met de wind in de rug, joepiejee!