U bent hier

De voetstappen van de dichter

Ik betreed de straat als een gedicht.
Met kinderkopjes als klinkers, schuiven
de woorden als vanzelf onder mijn
schoenen door.

De wolkenluchten tussen de daken
zijn mijn witregels, het zonlicht een
onverwacht enjambement. Gezichten
worden personages van wie alleen
ik de namen ken.

Ik schrijf zover ik kijken kan, verbeeld
alvast wat zich na de bocht bevindt.
Maar dat wat de woorden nog niet
zien, glipt weg zodra het door taal
wordt ingehaald.

De voetstappen van de dichter klinken
in de straat: ik kom eraan ik kom eraan.

© Charlotte de Beus, 2021