De stilte nagelt,
verstikt paniek genadeloos aan de grond,
aan de ketting het radeloze hart
De stilte vlucht,
druipt af met staart tussen benen,
bezwijkt in een tunnel zonder licht en eind
De stilte fluistert,
breekt langzaam de stem
in scherven van vervreemding en eenzaamheid
De stilte drijft,
lost ware woorden op,
verdrinkt moedeloos in zinloze letters
De stilte knipt,
onthecht losgeraakte draden,
tot een verward en ordeloos leven
De stilte eist,
dwingt het vermoeide hoofd te buigen,
wie te zijn, waar vandaan en waar naartoe
De stilte omhelst,
stelpt de tranen voor even,
kust een innige toekomst
De stilte
in mij
ben jij