Varend door Holland
van brede rivieren
en wirwar van vaarten
naderen we de brug dichter
waarnaar vernoemd
deze vrouw de moeder aller bruggen
de bogen buigen
ons hoofd achterover
slagen van water
klotsen tegen pijlers
diep glijden we onder haar
doordat we vaart maken
blijven we op koers
zien we niet hoe hij, liggend in het gras
het potlood in de aanslag
vaardig neer schrijft
die Hollandse woorden
verankerd zullen ze worden
in ons vaderlandse
hardop klinken ze het mooist
reiken ze het verst
over het water van de Waal
waar schippers dichters worden
dichters scheeps
© Zwerver, 2024