Daar staat ze
terwijl haar knieën zachtjes kabbelen
met het water
En een groene zomerjurk
vrolijk zeewiert
om haar broze benen
Zij leest de geheimen van de zee
in de zoute ringen op haar huid
In ruil geeft ze
keer op keer
haar herinneringen
als drijfhout mee aan het water
Maar ze kan zo eenvoudig zonder
nu de zon uiteenvalt op de golven
En haar minnaar
- vandaag is het een westenwind -
speels aan haar glazen oorbellen trekt
En al die verloren getijden
fonkelend
Als zilte medailles op haar borst
Ze gespt ze los en schudt ze uit
En belooft ze aan de horizon
Deze dame
Ze ademt en rimpelt als de zee
maar glimlacht dan
als een verleidelijke sirene
Want hier,
aan de waterrand
krijgen zelfs de jaren
haar niet klein