Brandzaal I
Op het vuur kuipen vol teer.
Ondertussen drukken knieën op koffers,
nog een drinkbeker, nog een plastic zak, nog
Maarts licht valt over de vloer, bezaaid met snippers document.
Hete teer op het vuur.
De kat als huisbewaarder.
Als tussenstand wordt een brug opgeblazen.
Niemand ziet. Iedereen filmt. Iemand schrijft.
In de papierbak van de democratie ritselen ondieren.
Steek zwanenwiegend de grens over.
Draag je kind, je baal, je kat.
Brandzaal II
Ik zie mannen in het zwart op het platdak aan de overkant,
achter hen ontluikende kruinen, tot boven de nok
een ladder tegen de gevel, ik denk, een vluchtroute
als de wind opsteekt uit het oosten
en onherkenbare kou deze kant opkomt. Ze laten zich troosten
zoals alleen mannen in zwart zich laten troosten
door teer en vuur en vage beloftes.
In mijn slaap verdraai ik de waarheid
in mij draait de waarheid zich om,
vleit zich neer in de schoot van de leeghoofden.