U bent hier

Bottenrammelaar

Bottenrammelaar,
mergvergruizer,
die de fundamenten van mijn beenderen slaat,
die de penningen uit mijn aderen int.
Tenten tussen mijn ribben opgezet,
haringen die weefsel splijten,
bloed dat stromend lekt.

Huurder van mijn lijf en leden,
meisjesmelker,
die met hamer splinters in mijn spieren achterlaat,
pezen kapotslaat
en gaten in mijn maagwand boort,
schilderijen ophangt aan mijn nagelriemen,
gordijnen voor je vensters
uit wonden naait.

Zenuwreiziger,
meisjesmelker,
mergvergruizer,
bezitter van mijn eigen makelij,
bottenrammelaar, kom terug bij mij

met zintuigen doordrenkt,
tastbare tast voorgoed
op de wiegende heupen van de tijd gelegd.
Geef je bloeddorst een kans en blijf,
volg de blauwgeaderde kruimels op de grond,

vind je heimat in mijn lijf.

© Uschi Cop, 2017