hoe kan het nu al zo laat zijn
zo vroeg in de dampende morgen
de zon oranje en half
kou glitterend op het gras
laatst nog
schoor ik je lokken wol
begon verlegen de zomer
meende ik de echo
van de lente nog te horen
ik warm mijn handen
in je viltige vacht
het lam dat je grootbracht
lijkt pas gister geboren