Bedrogen
De buurvrouw was een prooi geworden
De kanker heeft haar
Onderhuids besprongen
Hij kwam in schaapskleren
Aangeslopen
Met valse bedoelingen is het beest
In alle bochten van haar lichaam gekropen
Beet stukjes af
En vrat ze gulzig op
Vlijde zich onzichtbaar neer naast haar in bed
Als haar metgezel
Ze had zich verzoend. De dood
Wachtte geduldig als een boer
Die zijn land beziet
En de uren aftelt tot de oogst
Haar geest had het lichaam losgelaten
Afgestoten door het gloeiende gezwel
Alleen gelaten
Gescheiden door het onvermijdelijke
En beiden schijnbaar één
Het is alweer een week geleden
Dat haar twee dochters kwamen en gingen
Bedroefd en bedrogen door het bestaan
Hun moeder was overleden.