Met stramme
vingers
ging hij
door z’n brieven
Dáár,
haar laatste!
Hij zuchtte
Zijn leven
was goed geweest
Maar tóch,
zo op ’t eind…
Het knaagde,
z’n eerste
liefde
Hij las de brief
haar allerlaatste
en daarna
niets meer
Hij prevelde haar
afscheidswoord:
Arrivederci!
Haar naam
was een snik.