U bent hier

Ach

vanavond met de kinderen gezellig uit eten
het loopt tegen het einde van het jaar
ik doe de lichten uit stap over de drempel
in het nachtelijk duister sluit de deur van
mijn woning loop achter haar aan naar
de auto geluid van krakend water
voorkomt dat ik ontsnap

je wilt niet weten zeg ik tegen haar hoe
december op december op december lijkt
maand van kaarslicht en van ijle lucht
van humorloze kinderdromen van drasse
paden in het bos maand van de nacht en
van het bijbels kerstverhaal en dat van haar
en van haar graf

Ze start, rijdt naar het hek neemt daar de
bocht -als deze maand een halte was, ik
was niet uitgestapt- probeer ik nog

na een kwartier parkeren wij de auto
kussen de kinderen voelen hun warmte en
adem schuiven aan zoals wij vroeger deden
en na de zegen reiken we over en weer
gerechten aan proeven voorzichtig van
wat we zeggen en zelfs waarover we niet
spreken struikelen we die avond niet

als ik betaal pas zie ik waar we zaten
er was gedekt voor acht ik pak mijn jas
en hoed en uit de witglazen vaas naast
de pinautomaat een pepermuntje
we groeten voor we gaan hebben genoten
zeggen we genoten en heel graag komen we
met z'n allen een volgend jaar

een deur gaat open en wordt dicht gedaan
één stoel heb ik meegenomen
zeven stoelen heb ik laten staan

© Daan, 2017