ineens was ik verdwenen
de wind,
wollig is de wind
wulps en waterig
gedreven
bloedrood dogma,
als zoeklicht van zijn kwalen
ineens was ik volmondig
ineens was ik volmaakt
met paplepel ingegoten
verankerd in de marge
verdoezeld door de wolken-rug
ineens was ik bezwaard
verloochend door onkunde
als spijtzwam van de ziel
lieve wind,
ik mis in jou dit streven
GROTE woorden
onder hoogspanning verzwegen
en de muze is ontregeld,
weifelt
vergaapt zich aan een speldenprik