Aan mevrouw K. Magnolia,
Ik bewoon nu ook dit zorghuis hier
Het blijkt dat ik vlak bij u woon
Ik op zestien u op vier
Ons lot toont zich weer wonderschoon
Dat toeval komt mij aardig uit
Nu kan ik nog wat kwijt van toen
Voor één van ons de ogen sluit
Wil ik snel mijn woordje doen
Ik had graag met u de neus gebotst
Als een vrijer, jong en in de leer
Had mijn spanning voor de eerste keer
Met liefde voor je uitgekotst
Ik had graag met u de neus gestoten
In een eerste kus op een hectisch feest
Graag was ik uw eerste vriend geweest
Om samen alles af te kloten
Ik kreeg een vrouw, van wie ik hou
Begrijp me niet verkeerd
Maar toen zij met me vrijen wou
Was ik iets wezenlijks verleerd
Voor knulligheid was er geen tijd
We waren groot en serieus
De kans op kloten was ik kwijt
Heren stoten nooit hun neus
Van meneer R. Boomakker